09-04-2024

Meten is weten: de nieuwe standaard van NanoMoi

Meten is weten: de nieuwe standaard van NanoMoi

Bij het analyseren van materialen kun je met een microscoop kijken naar de structuur, en met chemisch analytische technieken kijk je naar de opbouw. Maar dat geeft niet altijd de juiste informatie, bijvoorbeeld wanneer het gaat om het drogen van een laag verf. Jesse Buijs heeft met NanoMoi (wat staat voor nanoscopic motion imaging) een manier ontwikkeld om te kijken naar de bewegingen van deeltjes om zo het materiaal te analyseren. Hij vertelt over de voordelen van deze nieuwe manier van kijken en de impact die het kan maken.

Tijdens zijn PhD aan Wageningen University & Research werkte Jesse veel met de technologie achter NanoMoi. Zo deed hij een onderzoek bij het Rijksmuseum. Jesse vertelt: “Zij hadden gelezen dat we de droogtijd van verf konden meten. Daar werden ze nieuwsgierig van, dus vroegen ze of we ook droge schilderijen konden meten. Dat bleek zo goed te werken, dat het uiteindelijk uitmondde in de helft van m’n PhD-project.” Daar ontstond dan ook het idee om een spin-off op te richten. Jesse: “Er bestond nog geen apparaat waarmee oplosmiddelen in schilderijen gemeten konden worden, zodat je ze zo optimaal mogelijk schoon kunt maken zonder het schilderij aan te tasten. Daar ging ik mee aan de slag. Wanneer je gelooft in de toepassing en er veel tijd en energie in stopt, dan gebeurt er ook echt iets.”

 

Beweging van deeltjes

Het apparaat dat Jesse ontwikkelde kijkt naar de beweging van deeltjes in het materiaal en naar de hoeveelheid bewegingsvrijheid van de deeltjes. Jesse legt uit: “Dit is heel anders dan bestaande technieken die kijken naar de structuur of opbouw, terwijl je aan de beweging van deeltjes veel kunt aflezen. Bij een faseovergang zie je veel beweging – bijvoorbeeld wanneer het materiaal smelt of stolt. Zo kunnen we zien waar het scheurt, waar zwakke plekken zitten en waar het materiaal kristalliseert. Dat gebeurt allemaal onder invloed van luchtvochtigheid en temperatuur. Op die manier kunnen we beter inschatten hoe we schilderijen beter kunnen conserveren.”

 

Naast schilderijen kan de technologie ook toegepast worden in de voedingsmiddelenindustrie. Door te kijken naar hoe een product bederft, kan de houdbaarheidsdatum nauwkeuriger vastgesteld worden. Ook kan het bijdragen aan de ontwikkeling van alternatieve voedingsmiddelen die laag in vet zijn, maar voor de rest dezelfde eigenschappen hebben als het originele product.

 

Simpliciteit en snelheid

Niet verbazingwekkend dus dat er veel animo is voor het apparaat. Omdat er een brede vraag naar is, was het een belangrijke voorwaarde dat het apparaat zo simpel mogelijk zou zijn. “De TTT voucher hielp daarbij,” zegt Jesse. “Enerzijds hebben we de voucher ingezet om het product door te ontwikkelen. Het is nu ongeveer zo groot als een schoenendoos en staat op een statief. Daarnaast was het belangrijkste doel om buiten de kunstwereld te kijken naar toepassingen. We hebben veel testen kunnen doen, waardoor we het prototype konden verbeteren en de software gebruiksvriendelijker konden maken. Het moet namelijk zo simpel zijn dat de gebruiker alleen op ‘start’ drukt, en dat er dan binnen enkele momenten een getal uitkomt waar de gebruiker iets mee kan. Die snelheid is de crux voor ons. Tijdens mijn PhD was het nog zo dat het een dag duurde voordat je resultaat kreeg. Daar hebben we grote stappen in kunnen zetten met slimmere algoritmes. Natuurlijk helpt het daarbij ook dat computers steeds sneller worden, want 20 jaar geleden was dit niet mogelijk geweest. Het is nu dus een goede timing, en die kans grijpen we.”

 

Het handzame apparaat kan toegevoegd worden aan het arsenaal van meetinstrumenten van onderzoekers. Maar ook buiten de laboratoria is er potentie. “We kunnen het apparaat uiteindelijk nog kleiner maken, waardoor het ook door schildersbedrijven ingezet kan worden om de droogtijd van de verf te meten die varieert onder temperatuur en luchtvochtigheid. Dat kan veel tijd schelen,” illustreert Jesse. “Ook helpt het bij de ontwikkeling van nieuwe producten. Bij verf wil men graag de oplosmiddelen eruit halen, en toch de kwaliteit behouden. Verf op waterbasis moet dus zo goed zijn, dat de consument het verschil niet merkt. En meten is weten.”

 

De nieuwe standaard

Op de lange termijn ziet Jesse graag dat het apparaat ook ingezet wordt voor voedingsmiddelen. “Wanneer je een light-variant maakt van een product, wil je dat de ervaring hetzelfde is als bij de niet-light variant. Dat geldt ook voor vleesvervangers, bijvoorbeeld,” schetst hij. “We kunnen het dus toepassen op een breed scala aan materialen wat het erg interessant maakt. Bovendien is er technisch veel mogelijk, dus we kijken nu naar de problemen die er zijn en hoe die opgelost kunnen worden. Het apparaat kan nu al heel veel, maar we zijn nog lang niet klaar. Uiteindelijk hoop ik dat het een standaardmethode wordt in een hoop labs. Dit is dus nog maar het begin voor NanoMoi.”

Contact

Smart Industry

Nico Nijenhuis

n.nijenhuis@novelt.com

Circular Technology

Maurits Burgering

maurits.burgering@wur.nl

MedTech

Esther Rodijk

e.rodijk@novelt.com

Privacy & Terms

Privacy Statement
Cookie Policy
General terms and conditions

Inschrijven nieuwsbrief

Meld je aan voor onze TTT nieuwsbrief.