Er is een einde gekomen aan de TTT-programma’s Smart Industry (SI) en Circular Technology (CT). In de afgelopen vijf jaar hebben programmamanagers Nico Nijenhuis (SI) en Maurits Burgering (CT) zich volop op dit project gestort, en met resultaat. Geen enkel ander valorisatie ondersteunend programma heeft zoveel positieve impact gehad op het stimuleren van jonge ondernemende onderzoekers om een startup te beginnen als TTT. Vallen ze nu in een gat? We blikken vooruit op wat de toekomst mogelijk gaat brengen.
Laten we eerst eens terugkijken. Hoe zouden jullie de afgelopen 5 jaar samenvatten?
Maurits: “Voor mij was het vanaf het begin een prettige ervaring om aan TTT te werken. Ik heb in mijn carrière al heel wat projecten gedaan, maar dit was echt wel heel leuk.” Nico: “Ik zou het samenvatten als onverwacht bizar succesvol, zowel op de hoeveelheid cases die we hebben geholpen als de vervolgfinancieringen die zij hebben gekregen. Maar ook hoe we als consortium gewend zijn geraakt aan elkaar en elkaar echt vertrouwen. Het maakt nu niet meer uit waar een casus vandaan komt, want het succes van de ene is een succes voor heel Nederland. Dat is zo’n sprong vooruit.”
Had je dat niet verwacht?
Nico: “Niet tot op dit niveau. Die versterkte samenwerking heeft ook neveneffecten gehad. We werken nu ook meer samen op andere gebieden en konden ook gezamenlijke deal terms opstellen. We hebben samen de verschillende stappen in het valorisatielandschap op elkaar aan weten te sluiten, mede dankzij TTT.” Maurits: “We weten nu dat we allemaal hetzelfde doel voor ogen hebben, namelijk betere valorisatie van onderzoek in Nederland. Voor het vervolg van TTT willen we de consortia ook verbreden zodat we als landelijk platform kunnen gaan werken. Dat is uniek.”
Er komt dus een vervolg van de regeling?
Nico: “We werken gezamenlijk aan vier plannen: GreenTech, MedTech, AI, en DeepTech. Smart Industry wordt DeepTech, omdat we meer willen focussen op de ‘hard science’ waarbij een hardware component essentieel is.” Maurits: “Wat betreft Circular Technology, die komt onder GreenTech te vallen. Het circulaire aspect wordt versterkt met biobased, water, energie, en agri-food.”
Waarom is het zo belangrijk dat dit wordt voortgezet?
Nico: “Een van de problemen met fundamentele DeepTech is het feit dat er maar heel weinig experts zijn die business development in DeepTech begrijpen. Daarnaast moet je een gigantisch lange adem hebben. In de vroege fase is er structureel te weinig geld voor fundamentele DeepTech, maar met de twee keer €25.000 in de academische fase maken we al een enorm verschil.” Maurits: “Het is een katalysator en een kickstart inderdaad. En het doet ook iets met de mindset van onderzoekers. Die krijgen super snel budget en voelen dan het vertrouwen om er echt iets mee te gaan doen. Gebleken is dat dit ook een manier is om talent in die vroege fase vast te houden. Om een voorbeeld te noemen: een winnaar van de Academic Startup Competitie was er niet geweest als TTT niet zo snel kon schakelen om een voucher te verstrekken. Het visum van de CTO liep af en er moest wat gebeuren.” Nico: “Precies. Als je ziet hoeveel talent Nederland in die vroege fase is kwijtgeraakt omdat daar niet de juiste funding voor was, dan sla je steil achterover. Minstens vijf van de spin-offs uit TTT Smart Industry waren er niet geweest zonder de regeling, omdat de onderzoekers zonder financiering niet in het land mochten blijven. Het instrument is dus niet alleen een katalysator voor kapitaal, maar ook voor talent.”
Talent en kapitaal zijn dus belangrijke ingrediënten voor succesvolle tech transfer. Wat is er nog meer nodig?
Maurits: “De fase waarin de bedrijven gaan opschalen blijft erg ingewikkeld. Je hebt het dan over grote investeringen van wel meer dan €20 miljoen.” Nico: “Nederland heeft wel vroege fase kapitaal, maar te weinig durfkapitaal. Dat is een terugkerend probleem. Dan zeggen ze: ‘kom maar terug wanneer je je eerste klant hebt,’ maar zo werkt dat niet in DeepTech. Investeerders moeten dus een groter risico nemen.” Maurits: “Een aantal cases die ik ken zijn afhankelijk van buitenlandse investeerders, omdat er gewoon bijna geen Nederlandse investeerders zijn die op dat focusgebied investeren. Dat is zorgelijk omdat die bedrijven uiteindelijk wel in Nederland moeten blijven.” Nico: “We zijn onwijs goed in dingen starten, maar we blijven achter als het gaat om scale-ups door te laten groeien tot unicorns. Daar hebben we een grote stap in te maken. Dat gezegd hebbende, hebben we de afgelopen vijf jaar al een enorme sprong gemaakt in valorisatie an sich. Denk aan de groeifondsprogramma’s en het opbouwen van allerhande clusters. Er gaat dus ook al veel goed.”
Hoe kijken jullie dan naar de toekomst van tech transfer in Nederland?
Nico: “Ik hoop op twee dingen. De eerste is dat we na de komende vijf jaar structurele financiering kunnen krijgen. Dat hangt samen met het tweede punt: dat de TTT-aanpak zo’n gemeengoed is geworden dat het een vanzelfsprekendheid is dat we op die manier met elkaar samenwerken.” Maurits: “Ja, dat denk ik ook. En ik voel me ook een beetje die trotse coach. Als er over tien jaar één spin-off is die het geweldig doet, dan kan ik zeggen dat die begonnen is dankzij TTT.”
Nico: “Inderdaad, ik spreek weleens founders die zeggen dat ze zonder TTT niet zouden bestaan, dan hadden ze moeten stoppen. Ik wil dus ook een enorme pluim geven aan alle KTO’s die ontzettend professioneel te werk zijn gegaan. Zij maken de eerste selectie en dat zijn altijd bedrijven van hoge kwaliteit.” Maurits: “In vijf jaar tijd zijn er ook nog geen spin-offs omgevallen met pijler 2 investering en die de volledige ondersteuning van TTT hebben gehad. Dat is echt uniek.”
De nieuwe programma’s worden nu ingediend. Wanneer weten we meer over het vervolg?
Nico: “Fingers crossed dat alle vier de programma’s worden goedgekeurd! Als dat zo is, kunnen we waarschijnlijk in het nieuwe collegejaar gaan starten.” Maurits: “Aan de kwaliteit van de consortia en de voorstellen zal het niet liggen, verwacht ik. We hebben namelijk echt iets moois opgebouwd in de afgelopen vijf jaar.”